Mijn vorige blog leverde mij veel inspiratie op voor nog meer blogs over wat er gebeurt in de collegebanken. Neem nou bijvoorbeeld eten. Terwijl er voor elk collegezaal een groot bord hangt met ‘Eten in de collegezaal is verboden’, houdt – en daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken – bijna niemand zich daar aan (nee ook geen enkele docent). Maar over eten wil ik nu niet schrijven.

Ik wil nu eens schrijven over een nieuwe zombiesoort, die zich vooral in de pauzes laat zien. Dan komen namelijk, als dat al niet het geval was, de mobieltjes op tafel. Even appen, even smsen, mailen, bellen, Snapchatten, Instagrammen, Twitteren en Facebooken. Wat gebeurde er vóór het tijdperk van de smartphone dan in de pauzes? ‘Toen praatten de mensen nog met elkaar,’ zullen sceptici van deze tijd zeggen. Ja, de smartphonezombie (je moet dat woord maar eens googlen, dan kom je op de meest hilarische blogs uit) is in opmars.

Maar de smarphonezombie hoeft zich niet alleen te voelen. Ik zit vaak in de trein en het komt nogal eens voor dat een halve coupé zich verschuilt achter massa’s krantenpagina’s, boeken in allerlei vormen en maten en natuurlijk de glossy’s. Soms merken ze het niet eens als ik aan hen vraag of ze hun tas van de stoel naast zich kunnen halen. En dan heb je ook nog de zombie die je de hele tijd aankijkt. Laatst had ik er zo een van die laatste soort tegenover me zitten. Toen ik van mijn schermpje opkeek, keek ik recht in zijn ogen. Hij keek weg en ik richtte me weer op mijn scherm waarna hij weer naar me keek. Het spel herhaalde zich een aantal keer en die treinrit duurde meer dan een uur..

BoekzombieOverigens komen deze zombiesoorten niet alleen in de trein voor hoor, ook dus in de collegebanken. Soms heeft dan de tassenzombie zowel de stoel links als rechts van hemzelf gekaapt terwijl hij zich verschuilt achter vier dikke boeken. En de starende zombie weet steevast de plaats tegenover mij te bemachtigen. Ik geloof niet dat ik ooit het geluid van zijn stem gehoord heb. Thuis zal hij vast heel gezellig zijn denk ik dan maar. Nee hoor, wat dat betreft hoeft de niet-pratende smartphonezombie zich niet eenzaam te voelen en kan zich                                            verzoenen met zijn oudere broers die even zwijgzaam zijn.