geschoktTwee ogen zo groot als schoteltjes staren me aan. De neusgaten eronder sperren zich open terwijl de mond een licht zenuwtrekje vertoont. De eigenaar van deze alleszeggende uitdrukking slaakt een diepe zucht, laat een iets te lange stilte vallen en weet vervolgens nog net de lang verwachte reactie uit te brengen: “In februari pas weer?!!” (Met overslaande stem, dat is een belangrijk detail). Ik staar nog eens goed in de uitpuilende kijkers, zie wat gesprongen adertjes verschijnen en constateer dat het gewenste effect bereikt is. Het is zijn eigen schuld, had hij maar niet moeten vragen wanneer ik weer aan mijn studie moet beginnen.

“Ja ja” zeg ik luchtig. “Mijn grootste zorg is op het moment dat ik af en toe op moet staan om de afstandsbediening te pakken. Die ligt vaak een hele meter verder. Dat is best zwaar hoor”. Mijn slachtoffer slikt moeizaam en haalt snuivend adem. Even lijkt het alsof hij me bij mijn schouders gaat pakken om me hardhandig heen en weer te schudden. Waarschijnlijk realiseert hij zich net op tijd dat daarmee mijn vakantie niet minder lang wordt want ik krijg uiteindelijk een glimlach vol heimwee naar een ver studentenverleden toegezonden. “Goh, wat fijn” perst hij er zelfs nog uit. Knap. Dat weet ik hem later vast niet na te doen. Gelukkig ben ik voorlopig nog niet zo ver. Vrolijk neem ik een slurpende slok van mijn rustgevende kruidenthee.

Maar dan opeens, vanuit het niets, besluit meneer de gesprekspartner dat hij toch nog iets te zeggen heeft: “Handig  ook dat je nu alvast kunt trainen voor wanneer je straks, na het afstuderen,  werkeloos op de bank zit”. AU! Een steek in mijn studentenziel. Wat ontzettend gemeen! Zoiets zou ik dus echt nooooooit zeggen hè…