En als je eenmaal begint met de master van je keuze, hoe bevalt dat dan? Sonja en ik in deel 2 van ons interview over nieuwe indrukken als masterstudent.

Bleek de master anders te zijn dan je in eerste instantie had verwacht?
Sonja: Het eerste blok is hels. Er is één vak dat alle researchmasterstudenten van Geesteswetenschappen moeten volgen. Dat is potentieel een heel interessant vak, maar in de praktijk bleek het verschrikkelijk. Het niveau was te laag, het was heel theoretisch, en het was een hoorcollege. Omdat het tweede vak heel theoretisch was, hadden we in het eerste blok dus alleen maar theorie. Gelukkig was de werkgroepdocent wél goed. Als je ging stoppen met de master, was het door dat blok. Omdat dit eerste blok oprecht niet leuk was, kregen studenten het idee dat de master niets voor hen was. Verder is het zo dat je vanaf het begin van je master al gaat nadenken over je scriptie, dat is erg leuk. Zo kun je ook je uitwisseling erop aanpassen.
Kanta: Wat ik in eerste instantie niet wist, was dat er in Leiden geen aparte vakken voor researchmasterstudenten zijn. Onze verplichte vakken zijn ook voor mensen van andere masters toegankelijk. Dit leidt tot een heel interessante mix, maar helaas ook tot veel te grote werkgroepen.

Twee literatuurwetenschappers samen op reis, dan moet je natuurlijk op de foto met Oscar Wilde.

Twee literatuurwetenschappers samen op reis, dan moet je natuurlijk op de foto met Oscar Wilde.

Was er een niveauverschil onder studenten?
Sonja: Je kunt het erg goed merken in de werkgroep als iemand de teksten niet heeft gelezen, het verschil zit voornamelijk in de interesse en de voorbereiding. Bij keuzevakken die ik bij een gewone master volg, merk ik wel een gigantisch niveauverschil.
Kanta: Je ziet een groot verschil tussen mensen die literatuurwetenschap hebben gestudeerd en talenstudenten, die laatsten hebben minder theoretische kennis die ze allemaal in het eerste semester moeten inhalen. Verder ligt bij ons ook het belangrijkste verschil inderdaad in de voorbereiding.

Hoe groot is je master?
Sonja: We zijn met 7 man. In werkgroepen van andere masters zitten meestal 15 tot 20 studenten. Ook kun je tutorials doen, dat is een ‘vak’ waarbij je 1 op 1 met een docent een paper schrijft. Het leuke hiervan is dat je betrokken blijft met wat er in het veld gebeurt, en dat het je goed voorbereidt op echt onderzoek. Verder had ik dus helaas ook hoorcolleges, dat verwacht je in een master toch niet meer?
Kanta: De literatuurstroom van mijn master heeft 8 studenten, de kunstgeschiedenisstroom ook. Bij sommige vakken zitten we samen. Omdat de meeste werkgroepen voor heel veel studies toegankelijk zijn, zitten we helaas soms met meer dan 30 mensen in een werkgroep.

Wat zijn de mogelijkheden om naar het buitenland te gaan?
Sonja: Naar het buitenland gaan is niet verplicht, maar je mag alleen in Nederland blijven als je een goede reden hebt, bijvoorbeeld als de specialist in jouw vakgebied in Nederland zit. Zelfs dan word je aangeraden om eens een vak aan een andere universiteit te doen. Je wordt heel goed geholpen met de uitwisseling, ook als er officieel geen uitwisselingsovereenkomst is met de universiteit waar je heen wil. Halverwege het eerste jaar werd er een voorlichtingsmiddag georganiseerd met mensen die net terug waren uit het buitenland.
Kanta: In Leiden wordt het minder aangemoedigd, maar de mogelijkheid is er zeker. Het International Office heeft mij hierbij goed geholpen, en binnenkort hoor ik of ik ben aangenomen voor een semester aan de University of British Columbia in Canada…