Onderuitgezakt voor m’n tentje, rosé onder handbereik, neus in een boek, word ik opeens herinnerd aan mijn scriptie. Ik lees ‘De Zahir’ van Paulo Coelho, over een schrijver die zijn vrouw zoekt. De ik-persoon vertelt over zijn schrijfproces:

“Het valt me op dat het proces dat ik telkens doormaak, niet anders is dan bij het eerste boek: ik word om negen uur wakker, klaar om meteen na het ontbijt achter de computer te kruipen; ik lees de kranten, ga naar buiten om te wandelen, loop naar het dichtstbijzijnde café om er wat te praten, keer terug naar huis, werp een blik op de computer, kom erachter dat ik nog allerlei telefoontjes moet plegen, kijk de computer aan, het is al tijd voor het middageten, ik eet en denk ondertussen dat ik al vanaf half elf uur had moeten zitten schrijven, maar nu heb ik behoefte aan een dutje, om vijf uur ’s middags word ik wakker, zet eindelijk mijn computer aan, ik wil mijn e-mail checken en realiseer me dat ik mijn internetverbinding geruïneerd heb, er zit niets anders op dan de deur uit te gaan, naar een internetcafé op tien minuten kopen, maar zal ik niet eerst op zijn minst, al is het maar om mijn geweten van dit schuldige gevoel te bevrijden, een halfuurtje proberen te schrijven? Ik begin plichtmatig – maar plotseling neemt ‘het’ bezit van me, en ik hou niet meer op.”

Herkenbaar? Zeker weten!!!

Scriptie schrijven is en blijft een gevecht tegen SOG (studie ontwijkend gedrag). Tegelijkertijd is het een creatief proces, dat zich niet altijd laat dwingen. Daarom probeer ik mezelf een beetje ruimte te geven – blijkbaar heb ik al die onproductieve uren nodig om later te knallen. En dan rolt de tekst er vaak ook in één keer uit.

Nu mezelf maar weer eens motiveren om aan de slag te gaan…

Citaat uit De Zahir van Paulo Coelho, De arbeiderspers, Amsterdam, 2005, p. 74