Het openbaar vervoer is zoals het einde van de regenboog, het Feest van Sinterklaas (de kroeg in Den Haag, niet de intocht an sich), of het leven van Forrest Gump; you never know what you’re gonna get. Over het algemeen mag ik niet klagen qua reistijd. Er zijn duizenden studenten die het zwaarder hebben. Toch blijft het me fascineren; gedragsregels in het publiek vervoer. Wat kan er nu wel en wat precies niet? Hoe ontsnap je aan situaties die je wilt vermijden? The struggle is real! Ik zet ze graag voor je op een rijtje, mijn drie grootste uitdagingen in het openbaar vervoer.
Als ik ’s morgens in mijn tram stap, na een autoritje van 15 minuten vanaf mijn huis (ik zei al dat ik weinig te klagen had maar ik ben als Maarten van Rossum en ik vind echt wel een manier) maak ik me op voor de gekste taferelen. Mijn tramritje is vanaf halte Kraayestein (te Den Haag) naar Den Haag Centraal. Deze 25 minuten zijn de start van mijn dag, net als van vele anderen. Dat wil zeggen, mijn dag is gestart met een verfrissende douche en een maaltijd. Hier komen we al bij mijn eerste uitdaging; geurtjes en luchtjes van mijn medepassagiers en de tram zelf. De nieuwe tram 2 lijn van de HTM is een hyper modern fantastische Zweinsteinexpress met een flitsend rood kleurtje en de geur van honderd nieuwe auto’s. Bah. Naast de geur van nieuwigheid is er nog de geur van een start van de dag zónder frisse douche of een start van de dag met een dompelbad in Axe of l’Air du Temps. Wat helpt als je net als ik licht wagenziek en vies van alle rare geurtjes bent, is proberen om dichtbij een deur te zitten. Elke drie minuten krijg je een heerlijke vleug frisse buitenlucht (sweet mother mary!). De uitdaging: je adem inhouden tussen de haltes door.
De tweede uitdaging is persoonlijke ruimte. De tram is redelijk groot en het is knap dat mensen het presteren om tijdens daluren mijn personal space te invaden. Niets is zo aso dan je tas op de stoel naast je te deponeren en stoïcijns op je te telefoon staren voor de rest van de rit, maar iets breder zitten helpt al een heleboel. Dikke tip: voorin de tram heb je vaak twee stoeltjes met extra beenruimte voor de conducteur. Parkeer hier je zitvlak en strek je beentjes voor optimaal zitgenot. Of ga gewoon staan en kijk chagrijnig.
Time for number three! In ons drukke bestaan moet reistijd benut worden om te netwerken, socializen en emailen. Ik maak me er zelf ook schuldig aan. In de tram, om stierlijke verveling en filosofering over het leven tegen te gaan, pleeg ik graag een telefoontje of luister ik graag onopvallend mee met andermans gesprek. Ik heb zo mijn voorkeuren als ik meeluister. Gesprekken over ruzie = juicy, maar grote kans dat de helft van de tram aandachtig meeluistert en je veroordeelt (ik in ieder geval wel). Gesprekken over vieze babyspuugdoekjes = not so juicy, maar geeft wel volledige privacy. Verhalen over je kalknagel in combinatie met een stinkende tram en een Axe (groot)consument = definitely not so juicy, met een risico op spontane misselijkheid van medepassagiers. Als ik zelf bel probeer ik me meestal voor te houden; als ze dan toch meeluisteren, geef ze dan in ieder geval een goed verhaal. Daarin zit hem dan ook de uitdaging.
Dat waren mijn drie uitdagingen in het openbaar vervoer. Veel reisplezier!