De twee weken voor De Grote Dag ging ik zo op in het studeren, dat ik helemaal niet stil stond bij de betekenis ervan. Pas vlak voordat het zover was, drong het tot me door. Het Laatste Tentamen Aan De Universiteit Leiden (onder voorbehoud tot de cijfers bekend zijn, uiteraard). Een gevoel van melancholie overviel me. Gelukkig word ik de komende maanden nog opgeslokt door het onontkoombaar trio Prac, Priv en Scriptie, anders was ik toch zomaar van de ene op de andere dag in een zwart gat gevallen.

Ik besloot onder het genot van een kop thee van Amerikaanse afmetingen een moment van stilte in acht te nemen bij dit heuglijke moment en te bedenken wat ik allemaal ga missen als ik inderdaad nooit meer een tentamen hoef te maken voor deze studie:

  1. The Green Mile naar het Universitair Sportcentrum, dat voor mij (voor wie niet?) aan de andere kant van de stad is. Vooral een crime om 9 uur ’s ochtends, omdat Leiden Centraal in de weg ligt en op dat moment een mierenhoop is van forenzen, studenten, bussen en ander gespuis die allemaal menen voorrang te hebben en zichzelf inclusief bakfiets (met uitzondering van de bussen) voor m’n gammele barrel gooien en ik probeer om niet dood te gaan voordat het tentamen is begonnen.
  2. Het USC levend en wel bereikt, de confrontatie met bouwvakkers met joekels van elektrische zagen en het ritmische gedreun van werkzaamheden. Dit alles onder het decor van plastic zeil, emmers witte verf en slingerend gereedschap. Toegegeven, dit is een situationele factor van de laatste maanden, dus niet geheel representatief voor het overall tentamen maken.
  3. De krakkemikkige stoeltjes waar ik me jarenlang in heb gewurmd en waar geen arbo-verantwoorde zithouding in te vinden is. Stiekem kijk ik altijd even om me heen of er iemand is die >120 kg weegt, want ik weet zeker dat die er doorheen zou zakken.
  4. De muffe lucht van rijstwafels die zich na een uur begint te verspreiden. Is dat nou krachtvoer voor krakende hersens? Ik snap dat niet.
  5. De dames en heren-surveillanten op leeftijd die niet geloven dat jij het bent (alsof iemand anders zich vrijwillig zou opofferen om dit tentamen voor mij te maken) en die er een halszaak van maken om behalve je collegekaart, ook je identiteitskaart te willen zien (en die zit altijd onderin mijn tas). En die soms ook heel moeilijk doen over een extra blad kladpapier. “Heb je die echt nodig?” Vorige week gehoord.
  6. De onfortuinlijken die het tentamen in het winkelmandje op uSis hebben laten zitten, zonder op ‘voltooien’ te drukken en dus ruw worden gestoord tijdens het ijverige pennen en vriendelijk doch dringend worden verzocht de zaal te verlaten, omdat ze niet ingeschreven staan. Met extra bonuspunt voor de enkeling die ter plekke op de barricades wil om het recht op tentamen te gaan bepleiten. Met als gevolg dat iedereen binnen een straal van 10 stoeltjes begint te zuchten en te wiebelen en niemand zich nog kan concentreren.
  7. De groepjes die na afloop voor de ingang gaan “napraten” en vraag na vraag tot in detail afgaan om antwoorden te vergelijken. En als het niet overeenkomt, de ander met jurisprudentie om de oren slaan en heel hard gaan roepen dat die ander het compleet verkeerd heeft, omdat zij het Enige Goede Antwoord hebben gegeven. Want rechten is een exacte wetenschap. Juist.

Hè, toch jammer dat dit allemaal voorbij is. Onder voorbehoud dan. Laat ik vooral niet de fout maken te vroeg te juichen…