Uit het niets kreeg ik op een woensdag een bericht op mijn linkedIn profiel: ‘Volgens je LinkedIn profiel ben je beschikbaar als docent geschiedenis’. Ik had een aantal weken daarvoor alvast voor het volgende schooljaar ingevuld dat ik beschikbaar was als docent geschiedenis. In de wetenschap dat het vacatureseizoen nog moest beginnen, wilde ik vooral niet te laat zijn om mijn beschikbaarheid op de CV-site te melden. Ik was op dat moment net klaar met mijn afstudeerstage en was aan het afstuderen. Afstuderen als docent geschiedenis betekent dat je nog een stapel theoretische dossiers en evaluatieportfolio’s moet maken. Ik reageerde op het berichtje met: ‘ja, ik ben beschikbaar als docent’. Nog geen paar minuten later kreeg ik wederom een berichtje: ‘Mag ik je even bellen’? Inmiddels had ik me verdiept in degene van wie het bericht kwam. Het bleek een jonge recruiter te zijn van een detacheringsbureau in Rotterdam die onder andere techniek, zorg en onderwijs in haar portefeuille heeft.

LLL

Zonder te weten waarom ze naar mijn beschikbaarheid vroeg belde ze me binnen een minuut na mijn bericht. Het detacheringsbureau was op zoek naar een docent geschiedenis om een aantal uren in de onderbouw les te geven. Ze gaf me wat praktische informatie over de school, het aantal lesuren en de manier van werken in de school en eindigde met de vraag waarmee ze ook begonnen was. ‘Wil je aan de slag als docent geschiedenis op een school in Bergschenhoek?’ Met in het achterhoofd dat het moeilijk is om een baan te vinden als docent geschiedenis stemde ik in zonder aan mijn afstuderen te denken. Als starter op de arbeidsmarkt is het altijd fijn om als eerste baan een functie binnen je werkveld te hebben. Dat geldt zeker voor het onderwijs. Die vrijdag moest ik me om 12.00 uur melden voor een gesprek op de school.

Het was vrijdag, rond een uur of 13.00. Ik had ongeveer twintig mensen een hand gegeven, een half uur gepraat over hoe ik de relatie met de leerling stimuleerde terwijl ik les gaf en had al vele indrukken opgedaan over het nieuwe gebouw waarin er les werd gegeven. Ik verliet het geschiedenislokaal met een stapel geschiedenisboeken: tekstboeken en werkboeken. Ze hadden me namelijk pas net verteld dat ik maandag moest beginnen.