Later als ik groot ben, dan… Daar kan ik eindeloos over mijmeren. In deze blog neem ik je mee in dat gemijmer, en vertel ik je hoe je dat om kan zetten in iets waar je nu iets mee kan.
Ik was afgelopen zomer met mijn familie een weekje in de Oostenrijkse hoofdstad. Op een avond aan tafel vroeg mijn opa aan mijn broertje: “Waar zie jij jezelf in 10 jaar?” Mijn broertje (18 jaar, 5VWO) wist geen antwoord op deze vraag. Hoeft ook niet. Alles is nog mogelijk. Hij is vooral bezig met zijn huiswerk afmaken en volgend jaar zijn examens halen. Sterrenkunde studeren (in Leiden!) is hoe ver zijn toekomst nu reikt, en dat is prima. Daarmee is hij denk ik al verder dan de gemiddelde vijfdeklasser.
Maar ik, ik zit in de eindfase van mijn master. En dan? Wat wil ik daarna? Ik schreef al eerder over de abstractie van universitaire opleidingen, en dat een toekomstvisie dan soms best moeilijk is, omdat er zó veel mogelijkheden zijn. Dat maakt nadenken over “de toekomst” echt rete lastig.

Later word ik…
Vroeger, op de basisschool, schreef ik in vriendenboekjes dat ik later juf wilde worden, of schrijfster, of allebei. Zowel juf als schrijfster zit nog steeds in me. Ik geef al vijf jaar bijles aan middelbare scholieren en vind het ontzettend leuk om ook medisch onderzoek op een begrijpelijke manier uit te leggen aan al die het horen wilt. Daarnaast schrijf ik al sinds ik kan schrijven fictie en doe ik dat nog altijd met veel plezier en passie in mijn vrije tijd.
Biomedische Wetenschappen kwam pas later op mijn pad. Best specifiek, maar tegelijkertijd ook heel breed, en bovendien heb ik nog altijd andere passies en kwaliteiten. Hoe giet je dat in één droombaan?
Bovendien gaat “toekomst” niet alleen maar over een baan. Als ik denk aan tien jaar later, dan weet ik dat ik tevreden ben met mijn werk, wat het ook zal zijn. Ik geloof er heilig in dat ik uiteindelijk wel op de juiste plek terecht zal komen. Als ik denk aan tien jaar later, dan zie ik huisje, boompje, beestje voor me, kinderen zelfs. Dat is nu in alle aspecten een ver van m’n bed-show. Maar in deze fase is ook “over een paar jaar” een grote vlek. Hoe ziet mijn leven er na het eind van mijn studie uit? Ook dat is natuurlijk koffiedik kijken, maar ik hoop in ieder geval een leuke woonplek voor mezelf te vinden, in Leiden of in Rotterdam, dicht bij mijn familie.

Stel je voor
Toegegeven: ik kijk te veel films. films die het leven in een grote stad veel te veel romantiseren. Elke single millenial woont in een veel te grote studio of loft in het hartje van de grote stad, en blijkbaar heeft ze genoeg geld om een schoonmaakhulp te betalen, want als je zo’n immens oppervlakte eigenhandig schoon moet houden en tegelijkertijd moet jongleren met de ballen Werk, Sociaal leven, Gezond leven en Hobby’s, dan ben je niks meer waard. In films is zo’n vrouw vaak op elke vlak gelukkig en succesvol, behalve op één: de liefde, de carrière, het zelfbeeld. En dat komt natuurlijk na ongeveer honderd minuten helemaal goed en ze leefden nog lang en gelukkig, blablabla…
Maar zo’n leven, in een grote stad, in een studiootje van welk formaat dan ook (doe mij maar gezellig knus), dat blijft hangen en hoe ouder en volwassener (IEKS) ik word, hoe meer ik dat zie zitten.
Stel je het gewoon even voor: in een grote stad, Rotterdam bijvoorbeeld. De voorgevel van het appartementencomplex is intens lelijk, aan een relatief drukke straat, maar achter die afzichtelijke brokken steen zit een prachtig appartement en een nog mooiere binnenplaats, waar je geen besef hebt dat je middenin een grote stad zit. Tegenover jouw appartement is een ander appartementencomplex, en je hoort de hele avond gelach, gepraat, en dat is eigenlijk een heel fijn gevoel, dat je niet alleen bent. Niemand zou moeten denken dat hij alleen op de wereld is, niet in de depressieve zin, maar ook niet in de egocentrische zin. Zoals het hoort. Je bent niet alleen. Als het donker is, gaan her en der lampjes aan, tv aan, en kan je ongegeneerd vanaf je balkon naar binnen gluren. Al die appartementjes zien er niet al te groot uit, maar je vergeet dat je in een grote stad zit, met het groen en de krekels. Je zag het voor je, hè? Ik zie mezelf al zitten hoor!
Focus op het nu
Later als ik groot ben… Dat is NU, maar het duurt ook nog heel lang. Het is best goed om een groot doel voor ogen te hebben, maar je moet jezelf er niet in verliezen. Je mag ergens naartoe werken, maar vergeet ook niet het heden! Er zijn gewoon te veel factoren in het leven die je niet in de hand hebt en die ervoor zorgen dat dingen anders lopen dan je zo lang van tevoren zo secuur hebt uitgedacht. Ik ben er heilig van overtuigd dat als je iets heel graag wilt, dat het dan lukt. Natuurlijk kost dat planning en doorzettingsvermogen, maar het draait om balans! Maak van elke dag een feestje, met je toekomstplannen in een chille fauteuil in je achterhoofd.
Hoe ga jij om met het grote, boze Later?