Een studie kies je vaak vanuit interesse. Soms misschien omdat je al een idee hebt wat je wilt doen en anders omdat het vakgebied je leuk lijkt. Nu wist ik al in de vierde klas (middelbare school) dat ik Chinees ging studeren en kwam ik vrij snel in Leiden terecht. Een bachelor en een aantal vakken in de master later, zal ik een tipje van de Chinese sluier oplichten.
Talenstudies zijn natuurlijk vooral bedoeld om een taal te leren, dus daar besteden we ook in de master veel tijd aan. Gelukkig hoeven we geen spreekbeurt-achtige stukjes meer op te ratelen over ons favoriete huisdier. De onderwerpen zijn serieuzer en je vocabulaire wordt constant uitgebreid (wat soms tot wanhoop leidt, waarom heeft een taal zoveel verschillende woorden nodig?!).
Naast spreken zijn schrijven en lezen ook belangrijk. Vooral als je taal geen alfabet heeft, maar tienduizenden karakters. Het onderscheid tussen deze karakters is ook niet altijd even duidelijk, zoals bijvoorbeeld 千 en 干 (duizend en doen) 活 en 话 (leven en praten) of 设 en 没 (ontwerpen en zonder). En dan hebben we het hier nog over gemakkelijke karakters die je vaak gebruikt. Kun je je indenken als het een woord is zoals het Nederlandse buitenboordmotor. Iets dat je niet vaak nodig hebt maar eens in het jaar wel wilt kunnen gebruiken en schrijven. Zie dat maar eens te onthouden.
Taalvakken alleen beheersen niet het curriculum. Zoals eerder gezegd hebben we een keuzevak (mijn aankoop waarbij ik met een paar welgemikte woorden mijn mening probeer te beschrijven), een kerncurriculum (Introduction to Asian Studies) en Thesis Class. Het nut van deze colleges is vrij duidelijk (raadpleeg de almachtige studiegids), het gaat uiteindelijk om verbreding van je vakgebied en voorbereiding op je Masterscriptie.
Verbreding van mijn vakgebied is in principe welkom. Hoewel ik een beetje een overdosis Indonesië heb gehad, is het zeker niet onbelangrijk om te onthouden dat Azië meer is dan enkel China, Japan of Korea. Mijn antropologische keuzevak valt ook honderd procent mee, met discussies over naties en zelfs Tibet (altijd een heikel punt voor Sinologen)! We moeten hiervoor behalve een paper (en discussies voeren) ook 2 boekrecensies schrijven. Deze boeken staan gewoon in de EAL (East Asian Library) en 250 pagina’s in een week is opzich geen probleem. Alleen zijn de boeken soms droog en de banken erg zacht, dus dan willen je ogen nog wel eens dichtvallen (en de bieb is in het weekend gesloten…).
Al met al vermaak ik me prima in de master en blijf ik goed bezig. Vakken zijn interessant en een onderwerp voor mijn masterscriptie ligt zowaar bijna klaar. We hebben de wind in de zeilen (en hopelijk in de rug tijdens het fietsen) en gaan ervoor!