Laat ik beginnen met dat ik een hele leuke, vrolijke, spontane jongen ben… Maar af en toe wil je gewoon wat te zeiken hebben, dus hier zijn mijn (en waarschijnlijk ook jouw) grootste ergernissen als Leidse student!
De stomme poortjes op CS
Laten we beginnen met mijn kleinste ergernis van dit lijstje: de poortjes op Leiden Centraal. Al een tijdje zijn de poortjes dicht, en nog steeds kan ik me er best aan ergeren. Als ik met de trein reis is het altijd druk. Er staan al vrij snel massa’s mensen voor de poortjes en als het inchecken mislukt, hoor je de hele rij al achter je zuchten. Het duurt namelijk wel twee hele seconden langer voor ze erdoorheen zijn. Ook de deurtjes gaan langzamer open dan dat ik loop, dus het is iedere keer weer oppassen geblazen dat ik niet tegen de deurtjes aanloop. Of je wilt gewoon doorsteken naar de andere kant van het station, maar je bent je ov-kaart vergeten en moet omlopen. Niet dat het extreem veel langer duurt, maar het kan gewoon makkelijker…
Winkelen om half zes
Als ik ergens een hekel aan heb, is het om boodschappen te moeten doen tussen vijf en zes. Heel Leiden lijkt altijd hetzelfde idee te hebben en moet toevallig ook bij dezelfde supermarkt zijn. Door een tsunami van lichamen verzamel je alle spullen voor het avondeten en sluit je drie kilometer verderop aan voor de kassa. Wat voelt als vijf uur later en acht kilo lichter kom je thuis aan om eindelijk te kunnen beginnen met koken, waar je beseft dat je vergeten bent om bakolie te kopen… Dan maar pizza bestellen.
‘Log opnieuw in op het wifi netwerk’
Ik ben echt een fan van wifi op de universiteit. Het is overal, de verbinding is top, en werkt over het algemeen beter en sneller dan op mijn eigen studentenkamer. Ik begrijp ook om dat zo goed te laten werken, dat mensen zich van tijd op tijd opnieuw moeten inloggen. Maar ik begrijp niet waarom dit op de meest willekeurige momenten moet? Zit je net lekker te werken (lees: dumpertfilmpjes kijken), stopt het internet opeens met werken. Je bent weer van het netwerk gebonjourd om 11:23 op een dinsdag. Ik begrijp het gewoon niet…
Over uSis kan ik uren doorragen. De weg vinden op de site is even makkelijk als je elleboog likken: je weet dat er mensen zijn die het kunnen, maar jij behoort niet tot die groep. Het is ook altijd weer fijn als je je wilt inschrijven voor een tentamen, maar de inschrijving is al “vol”, nog niet open of je bent weer eens te laat. Terwijl het in theorie een druk op de knop is om je te laten inschrijven, moet je eerst de examencommissie aanschrijven om ze te overtuigen dat je zojuist een apocalypse hebt overleefd, zodat ze je alsnog toelaten op het tentamen. Moeilijk, moeilijk, moeilijk.
Grapje, ik heb nog een puntje van frustratie
Oké, omdat ik toch lekker op dreef ben nog een extra persoonlijk puntje: tekenen. Elk jaar zijn er bij archeologie wel weer een paar vakken waar je potscherven en/of vuursteenfragmenten moet tekenen. Mijn tekentalenten gaan niet verder dan stickfigures en een lachende zon in de rechterbovenhoek van de pagina. Ik snap dat tekenen wel een belangrijke vaardigheid is om te hebben als archeoloog, maar het is gewoon niet voor mij weggelegd. Terwijl ik vol trots mijn eerste krassen grafiet heb gemaakt op een stuk papier, zie ik andere studenten al tekeningen klaar hebben die afkomstig lijken te zijn uit de Sixtijnse kapel. Ik maak wel een foto, want geloof mij: alles is beter dan mijn ‘wetenschappelijke tekeningen’. Hier is het bewijs: