Het klinkt misschien een beetje raar, maar ik vind assisteren bij eerstejaarsvakken echt geweldig. Het gaat mij vooral om de eerstejaarsvakken Biodiversiteit Dier en Biologie van het Organisme. Ik had nooit gedacht dat ik een vak zo leuk zou vinden dat ik het nog een tweede keer zou doen, ik zou het zelfs nog wel een keer doen. Het is de bedoeling dat je een groep eerstejaarsstudenten onder je hoede neemt en ze bij de practica over het dierenrijk begeleidt. Ik vind dit vak echt een aanrader voor zowel bachelor- als masterstudenten, vooral als je iets wilt doen met communicatie of educatie.
De assistenten moeten ook een presentatie voorbereiden over een diergroep en aan de studenten presenteren. Hierdoor ontwikkel je al snel een voorkeur voor een dier. Mijn eerste keer kreeg ik de Chelicerata aangewezen, de diergroep met (gif)klauwdragende kaken. Hier vallen bijvoorbeeld de spinnen en schorpioenen onder. Mijn favoriet werd de Degenkrab (Limulus polyphemus). Ik vind het fantastisch dat de uiterlijke kenmerken in duizenden jaren niet veranderd zijn en dat het dier dus eigenlijk een wandelend fossiel is.
Dit jaar, toen ik het voor de tweede keer assisteerde, kreeg ik de Chondrichthyes toegewezen: de kraakbeenvissen. Hier vallen de haaien en roggen onder. Ik heb haaien altijd heel erg interessant gevonden, maar geheel onverwacht viel ik voor een ander dier: De reuzenmanta (Manta birostris). Ik kon gewoon niet bevatten dat dit dier wel negen meter groot kan worden, enkel door het eten van minuscuul kleine diertjes. De manta kan zijn mond openzetten en met een trage doch gracieuze zwemwijze filtert het dier het plankton uit het water.
Hoewel ik een enthousiaste presentatie had gegeven voelde ik me niet verzadigd. Wat afbeeldingen op een computerscherm was niet genoeg voor mij, ik moest en zou het dier met eigen ogen zien. Dus toen ik op de Galapagoseilanden aankwam liep ik rond met ogen op steeltjes, op zoek naar een geschikt duikcentrum. In de maanden voor mijn reis heb ik een hele leuke duikopleiding gevolgd en net een week voor mijn vertrek had ik het felbegeerde bewijs in handen. Toen ik Isla Isabella bezocht, een van de andere eilanden, was het zo ver: een duik op een manta hotspot was een feit.
Eerst voelde ik me vrij zeker van mijn zaak, maar toen het zo ver was stond ik toch met knikkende knietjes aan de waterkant. Was ik hier wel klaar voor? We kieperden met onze duiksets achterover het water in en mijn zorgen verdwenen direct: ik voelde me letterlijk als een vis in het water. We hadden immers te maken met wilde dieren, dus er was een grote kans dat we niks zouden zien. Net toen we onze duik zouden afronden zag ik haar: een prachtige zwart met grijze manta met een jong. Voor mij stond de wereld even stil. Ik hing daar denk ik wel 5 minuten en ik vergat bijna te ademen. ‘Dit is nou biologie’, dacht ik bij mezelf toen ze langzaam wegzwom. Wat doe ik toch een geweldige studie.