Dit is in drie jaar tijd mijn 46e blog voor het Leids Kwartiertje, het is mijn laatste blog. Ik ben niet langer masterstudent Geneeskunde, maar dokter. Of in een minder pretentieuze benaming: basisarts. Maar het leven van een kersverse arts gaat gelukkig ook niet over rozen – anders had ik geen stof voor m’n afscheidsblog.

De problemen waar ik tegenaan gelopen ben:

  1. De banenmarkt. Als basisarts kan ik veel kanten op, maar de meest voor de hand liggende opties zijn als zaalarts in een ziekenhuis gaan werken (om ervaring op te doen, om daarna te proberen in opleiding tot Specialist te komen) of onderzoek gaan doen (om CV-punten te scoren voor een evt. promotietraject of Specialistenopleiding). Klinkt simpel toch? Helaas. Banen bij de populaire vakgebieden als bijvoorbeeld chirurgie en kindergeneeskunde liggen zeker niet voor het oprapen. Natuurlijk wist ik dit al tijdens de studie, maar toen had ik toch nog het idee dat ik vast niet in die situatie terecht zou komen. Joke’s on me.
  2. Solliciteren. Na ruim 30 sollicitatiebrieven verstuurd te hebben voor een bijzonder populair vakgebied, heb ik in de eerste maand maar liefst 29 keer als reactie terug gehad “Dankuwel voor uw sollicitatie, op dit moment hebben wij geen vacatures. Wij houden u in portefeuille.” Uitgaand van het aantal keer dat je reactie krijgt, zou ik zeggen dat die “portefeuille” in een bunker in Zwitserland verborgen wordt.
    Bedenk wel dat het allervervelendste hiervan is dat het geen persoonlijke afwijzing is. Het is niet dat je brief of CV niet indrukwekkend genoeg zijn, ze komen simpelweg niet toe aan het bekijken ervan. Er zijn geen vacatures.
  3. Goedbedoelde adviezen. “Ja maar jij komt er wel, jij bent gewoon dat type”, “Je moet wel netwerken he, ik hoor dat het tegenwoordig zó belangrijk is”, “Heb je al een LinkedIn? Dat is helemaal-van-nu, weet-je-wel”.

En net als je denkt nog één afwijzingsbrief en ik ga gillen, als je denkt jaha-ik-weet-het-echt-wel, dan krijgen al die stommelingen toch gelijk. Binnen één dag zijn al die zorgen en frustraties de deur uit, bel je naar je moeder dat je toch niet weer thuis komt wonen, durf je weer te dromen wat je met je eerste salaris gaat doen en hoe schandelijk hard je ontslag gaat nemen bij je bijbaan.

Ik kan inmiddels zeggen dat ik onderzoek doe binnen de kindergeneeskunde, met uitzicht op een functie als zaalarts en een mooie belofte voor daarna. In de nabije toekomst ga ik mijn droomreis maken en op een olifantenrug de afgelopen zes jaar geneeskunde, zes jaar studententijd en een fantastische afstudeerborrel nog eens rustig laten bezinken.

Mijn hoop is dat de lezers van het Leids Kwartiertje en van mijn blogs zich realiseren dat artsen ook maar mensen zijn, dat het zo’n typische “de mooiste kutbaan ter wereld” is en dat in mijn ogen slechts één legitieme reden bestaat om dokter te willen worden: om mensen beter te maken. Al kost het zes jaar studie om te beseffen wat de betekenis van ‘beter’ is.

Bedankt voor alles.

afstuderen