Het is alweer een maand geleden, ruim zelfs. In een ‘tussenuur’ en de ‘grote pauze’ kwamen mijn stagebegeleidster en ik samen voor een eindevaluatie. Het gesprek ging over mijn optreden als docent in de afgelopen stageperiode. Het gesprek vormt een van de laatste obstakels tussen het studentschap en het officiële docentschap. Na het inleveren van een dossier dat bij deze stage hoort krijg je je aantekening voor eerstegraads docent. Met deze graad mag je in de bovenbouw en op het Hbo lesgeven. Tijdens je stage word je beoordeeld op een aantal vaardigheden, zoals bij elke opleiding en stage hoort. Als docent word je beoordeeld op jouw rol als pedagoog, vakdidacticus, regisseur en op in hoeverre je bijgedragen hebt aan het leven in de school en jouw proces van professionalisering. Nu klinkt de rol van regisseur wat dubbelzinnig. Het heeft niets te maken met de filmindustrie maar in deze rol wordt er gekeken naar je vaardigheden als orde houden, leerlingen aanspreken, organisatie en structuur. Het decor voor dit gesprek was het lokaal waar ik vijf maanden les heb gegeven aan de bovenbouwklassen. Ik had net mijn laatste lessen gegeven aan twee klassen, Vwo en Havo. Het waren de laatste lessen voor de toetsweek, die de week erna zouden beginnen. Dat het ook mijn laatste lessen waren was bijzaak. Het enige dat op een afscheid leek was dat ik van iedere leerling een hand kreeg nadat de bel was gegaan. De leerlingen bedankte me en vervolgden hun weg naar kantine, kluisje of vriendje, de orde van de dag. Zo gaat dat.
Tijdens het gesprek werden alle verschillende rollen bekeken en ingeschaald in een rubrics. Een rubrics is een schematische weergave van verschillende niveaus binnen een vaardigheid. Zit je in schaal 4 dan zit je goed, zit je in schaal 2, dan moet er gewerkt worden. Gelukkig werden geen van de vaardigheden in schaal 2 beoordeeld. Als je zelf ook een soortgelijk gesprek moet gaan voeren aan het einde van een stageperiode, dan heb ik nog wat tips.
Zorg dat je een goed beeld hebt van wat je kunt en wat je niet kunt. Kies uit je sterke punten een aantal speerpunten en benadruk deze tijdens het eindgesprek. Bedenk voordat je aan het gesprek begint bij deze speerpunten ook een aantal (uiteenlopende) voorbeelden uit de praktijk om je verhaal kracht bij te zetten. Wat betreft je verbeterpunten, iedereen heeft ze, zorg dat je een plan hebt op welke wijze je ze op (korte) termijn kan verbeteren. Wat ga je doen om deze vaardigheden alsnog onder de knie te krijgen? Als je dit bespreekt met je stagebegeleider zegt dat niet alleen wat over je optreden als professional maar ook over je (daadkrachtige) karakter.
De bel van de ‘grote pauze’ gaat en we ronden de evaluatie af. Er is een einde gekomen aan mijn stageperiode en alle partijen zijn tevreden over mijn optreden als docent. Ik ben na het einde van het gesprek nog een aantal keren terug geweest om polshoogte te nemen en het afsluitende proces door te spreken. Zolang ik mijn dossier nog niet heb ingeleverd ben ik nog niet student-af. Van mijn vaste geschiedenislokaal verschuift mijn natuurlijke habitat naar mijn studeerkamer. Nog een paar weken en dan komt er toch echt een einde aan mijn studententijd.