Nieuwsgierig leun ik over het randje van de balustrade heen. Overal klinkt geroezemoes. De muziek gaat aan en daar staat hij dan: de ideale man. Strak in het pak, vol zelfvertrouwen. En nee, ik zit hier dus niet bij een voorstelling van de Chippendales. Ik zit op een van de vele stoelen in de Koninklijke Schouwburg van Den Haag, net om de hoek van het Bestuurskundegebouw. Komedie en tragedie kijken vanaf het beschilderde plafond op me neer. De ideale man is de titel van een toneelstuk, eentje met een opvallend bestuurskundig thema: fraude en corruptie. Een fenomeen waarvan we als masterstudenten ondertussen wel weten dat het niet zo zeldzaam is als het misschien lijkt.

Aandachtig kijk ik toe hoe het leven van de ideale man en dat van degenen in zijn omgeving langzaam in elkaar stort, stukje bij beetje. Keihard lach ik mee met de rest van de zaal om de absurditeit van het geheel, of lachen er misschien toch ook mensen uit herkenning? Het is een zwarte komedie. Uitspraken over de onverenigbaarheid van ambitie en geweten, rijkdom en principes echoën nog lang na. Wat blijkt? De ideale man komt in dit stuk uiteindelijk gewoon weg met de duistere oorsprong van zijn succes. BAM! Terwijl de laatste stukken van het decor bezwijken, poseren de ideale man en zijn vrouw voor de denkbeeldige camera’s. De ideale man word minister.

DE-IDEALE-MAN