De wedloop tussen academie en industrie, daar begon ik in oktober een serie over. Voor een student in mijn vakgebied is het een keuze die vroeger of later aan de orde komt. Deze buitenlandstage stelt mij in de gelegenheid om beide werkvelden te beschouwen. Hopelijk helpt het me een keuze maken, als ik na mijn studie een werkplek moet vinden.
Deze maand nam mijn begeleider me twee keer mee op werkbezoek: drie weken geleden naar een Europese vergadering in St Andrews, Schotland, en afgelopen weekend naar het kantoor in Madrid, Spanje. Vorig jaar vond ik een vergadering in Groningen al ver weg… In de aanloop naar beide tripjes doemt een bevestigend beeld van de (slechte) reputatie van de farmaceutische industrie in me op: ga ik daar nu tegen zekere principes in ook van profiteren? Luxe vluchten en dito hotelkamers?
Het tegendeel bleek het geval: het bezoek aan St Andrews was zo strak gepland dat ik slechts een uurtje tijd had om te ontspannen en de 600-jarige universiteitsstad te zien. De rest van de tijd werd er gewoon hard gewerkt. Het bezoek vrijdag aan Spanje verliep vergelijkbaar. De agenda en wensenlijst werd up in the air behandeld. Tijdens het diner werden laatste ontwikkelingen door onze Spaanse collega gedeeld. En ’s ochtends bij het ontbijt werd de presentatie doorgelopen en aangepast. Niks negen-tot-vijf en de rest van de tijd ontspannen in hotelbar of -spa.
Het was het allemaal waard: ik heb hard toegewerkt naar dit bezoek en het is goed om mijn collega’s daar eindelijk in person te ontmoeten en hun reacties en input te horen en te kunnen verwerken. Ondanks het digitale tijdperk is zo’n face-to-face meeting toch nog steeds het meest effectief. Daarbij was het helemaal niet vervelend dat ik mijn terugvlucht mocht omboeken om een weekend Madrid te bekijken, op eigen kosten uiteraard.

Palacio Real Madrid, begin februari (!)