stages_klein

Archeologiestudenten zijn anders dan de gebruikelijke student. Wij zijn niet gemaakt om binnen te zitten. Het vooruitblik van stof vangen op een bureaustoel, starend naar een computerscherm gaat er bij de meeste van ons niet in. Als archeoloog willen we tot onze knieën in de modder in onze natuurlijke habitat: de opgraving. Bij onze opleiding hebben ze dat dan ook begrepen, want in tegenstelling tot de meeste studies, moeten wij elk jaar stage lopen.

Als toekomstig archeologen hebben we ervaring nodig in het veld. Om ons hiervoor klaar te stomen moeten we elk jaar op stage: in het eerste jaar is dit twee weken fieldschool, waar we de basis opgraafskills opdoen. In het tweede jaar moet je 17 dagen veldwerk volgen en in het derde jaar 33 dagen, waarvan je zelf mag bepalen of dit in het veld is, of in een museum. Ook als je besluit een master te volgen, ga je weer op stage.

Het mooie aan archeologie in Leiden is onze eigen  faculteit met de vele verschillende studierichtingen en disciplines die het biedt. Ook krijgt elke bachelor- en masterstudent een financiële tegemoetkoming om stage te kunnen lopen. Het dekt over het algemeen niet alle kosten, maar het verlaagt wel de drempel om in het buitenland een stage te volgen. In mijn geval was dat Nicaragua, waar ik overigens het ziekenhuis beter leerde kennen dan de opgraving, maar dat is een ander verhaal.

Het punt dat ik probeer te maken is dat er volop mogelijkheden geboden worden om een stage te vinden die bij jou past. Elke professor heeft wel een eigen onderzoek en biedt vaak ook de ruimte om eigen vraagstellingen te onderzoeken. Overigens is het ook toegestaan om zelf op zoek te gaan naar een stage. Je zou namelijk bij een commercieel bedrijf stage kunnen lopen, wat toch net wat anders te werk gaat dan een onderzoek- geregeld vanuit de universiteit.

Ook kun je kijken of een bepaalde richting wel is zoals je verwacht. Ik ben iemand die nog twijfelde tussen Europese en Meso-Amerikaanse archeologie. Afgelopen zomer ben ik naar Nicaragua geweest, en ondanks dat het echt een geweldige ervaring was en ik totaal geen spijt heb dat ik ben gegaan, was gaf het de doorslag voor mijn beslissing dat ik toch liever in het vertrouwde Nederland (of Europa) zou willen werken. Het is wel aan te raden hier tijdens de bachelor al achter te komen, zodat je op tijd van specialisatie kan wisselen.

Ondertussen is het februari en dringt de tijd om zelf een stage voor de zomer te vinden. Er zijn al enkele interessante stages voorbij gekomen, maar die zijn precies in de weken voor de scriptiedeadline. Mezelf kennende zal het weer last moment werk worden om die deadline te halen, dus die stages laat ik voor de zekerheid maar schieten. Mocht iemand toch een interessante opgraving weten, het liefst op het gebied van Middeleeuwen of Tweede Wereldoorlog, let me know!